12 juni, Wells Greypark

12 juni, Wells Gray park
Wat is het toch fijn om ’s avonds naar bed te gaan als de regen op het dak van de camper trommelt, nog fijner is het als je dan ’s morgen wakker wordt en de lucht is weer schoon en het zonnetje schijnt weer. Wel niet zo uitbundig maar toch. Het is een beetje fris. We gaan inpakken en gaan naar het Wells Gray park, een geweldig mooi gebied en eigenlijk ons favoriete park. De campground ligt 65 km. het park in, 40 km. slechte asfaltweg en dan nog 25 km. keihard aangereden zand/steenweg. Eerst nog even 130 liter benzine in de tank, dan is die weer vol, en dan gaan we. Het blijft zonnig en er is nagenoeg geen verkeer heen of terug. Onderweg krijgen we plots een plensbui met daarna weer zon. Opvallend is dat we de hele week nog geen wild gezien hebben. Een enkele eekhoorn en grondeekhoorn, een Stellars Jay ( lijkt op een Vlaamse gaai) een paar arenden en dat is het wel. Ook hier zien we weer niets dan alleen af en toe berendrollen in de berm of op de weg. Op een bepaald moment zit er een grote patrijs op de weg, die ons eigenlijk wil tegenhouden lijkt het en een paar km voor de campground schiet er een heel klein beertje in de struiken. We zijn er niet gestopt om te kijken want moederbeer zagen we niet en het is niet zo slim om kennis te maken. Zij kunnen behoorlijk agressief zijn als ze jongen hebben blijkbaar.
Op de campground zoeken we een plaats, die is snel gevonden want er is niemand. Als we staan blijkt dat het barst van de muggen. Het bos is nat en het is redelijk warm, zo’n 20 graden. Als we binnen zitten met de hordeur dicht zitten er in no time wel 200 muggen tegen de deur. Even verderop gekeken naar een plaats die niet onder de bomen ligt. Gevonden en met minder muggen. Toen we daar even stonden vonden ze ons toch weer, en op de een  of andere manier kwamen ze ook binnen. Geen situatie om meerdere dagen te blijven staan. Volgens de parkwachter zitten er overal heel veel.
Gaan we morgen het park weer maar uit en trekken we verder. Overigens hebben we besloten niet over het noorden rond te trekken. De weersomstandigheden zijn er niet goed en er zijn binnen een afstand van 350 km. geen campgrounds voor campers volgens de kaart. Daarnaast schijnt er op die weg veel steenslag te liggen en veel grote trucks te rijden volgens Keith. Dit heeft menig gebroken ruit tot gevolg. Dat klopt ook wel want toen we enige jaren geleden op de weg naar het noorden op een parkeerplaats stonden en er een grote truck langs kwam gedenderd ketste een steen bijna door onze voorruit met een hele grote ster tot gevolg die niet gerepareerd kon worden. Dus we gaan morgen een stukje terug richting Kamloops en dan naar het oosten en zakken dan af naar het zuiden, naar de warmte. In de loop van de avond komen er nog vier campers bij, die zien we niet want ze staan allemaal verderop en het is hier heel groen.